De afgelopen tijd heb ik me om verschillende redenen extra verdiept in de financiële sector. Ik heb twee maanden geleden een huis gekocht en moest mij dus noodgedwongen in de hypotheekwereld storten. Net zoals de meeste Nederlanders is het niet mijn hobby om eindeloos met geldzaken bezig te zijn, maar er zat niets anders op. En omdat ik ondernemer ben, moest ik extra veel klappers uit de kast trekken. Na wat voorgesprekken was mijn keuze gevallen op een landelijk opererende keten van tussenpersonen. Al meteen werd uitgelegd dat het advies niet meer gratis was. Dat was het al nooit natuurlijk, al lijkt nog steeds niet iedereen zich dat te realiseren. Hoewel het niet leuk is om veel geld te moeten betalen, gaf het mij meteen een goed gevoel; je huurt in feite iemand in om voor jou aan de slag te gaan. Maakt het lekker transparant.

Toch is dit allemaal nog niet zo vanzelfsprekend. Als ik over bovenstaande ontkoppeling vertelde in de afgelopen weken was er altijd wel iemand die riep “en jij gelooft dat?!”. Of: “dus nu worden ze dubbel betaald!”. Het illustreert hoe er tegen de sector wordt aangekeken. Behoorlijk cynisch. Een goede vriend van mij krijgt wanneer hij ergens vertelt dat hij bij een bank werkt vergelijkbare reacties; er vallen ongemakkelijke stiltes en mensen kijken meewarig, beschuldigend of zelfs boos.

Ik breng geen nieuws door te stellen dat er nog steeds heel veel wantrouwen en afkeuring leeft bij mensen als het gaat om het imago van financiële instellingen. En het lijkt me dan ook volstrekt helder wie verantwoordelijk is voor de oplossing van dit probleem: de sector zelf. Een kop in het Financieele Dagblad van afgelopen zaterdag “Het banken bashen moet maar eens afgelopen zijn” vind ik dan ook hoogst ongepast. Bovendien helpt het natuurlijk ook helemaal niets. De oproep van Wientjes was weliswaar gericht aan de politiek en niet aan de burgers, maar even goed geldt dat vertrouwen niet iets is waar je om kan vragen, dat moet je verdienen. Het zijn uiteindelijk de financiële instellingen zelf die ons vertrouwen moeten terugwinnen. Met goede producten en diensten. En met goede marketing.

Daarom was het ook interessant om met de jury van de Financial Marketing Award op zoek te gaan naar initiatieven die bijdragen aan het herstel in de sector. Bij het beoordelen was dat een van de belangrijkste criteria, naast onder meer innovatiekracht, originaliteit en natuurlijk de achterliggende intentie. Het was dan ook goed te merken dat er dit jaar veel aanmeldingen waren, waar hele mooie cases tussen bleken te zitten. Nieuwe partijen met nieuwe diensten, maar ook bestaande partijen die zich niet tegen veranderingen verzetten, maar innoveren en zodoende meebewegen. De pessimist gelooft niet dat bestaande systemen en structuren écht kunnen veranderen van binnenuit. Misschien hebben ze gelijk. Een optimist accepteert dat het langzaam gaat en klampt zich vast aan nieuwe initiatieven en ideeën waar mensen enthousiast van worden. En die zijn er gelukkig voldoende. Er gloort dus hoop aan de horizon.

 


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *