de Volkskrant, Media, 23 februari 2002
Peter Giesen
Amsterdam en Rotterdam willen hun inwoners aansluiten op glasvezel voor supersnel internet. Het zou de gemeenschapszin bevorderen en burgers beter bereikbaar maken. Maar de hoge kosten nopen tot grote terughoudendheid. Bovendien loert het gevaar van piraterij met illegale software. ‘KJK, hier staat Lord of the Rings’, zegt Arjan Wassems, student informatica. Hij klikt even met zijn muis en binnen drie minuten staat het ruim drie uur durende hobbit-epos op zijn computer. Het netwerk op de campus van de Universiteit Twente is een gigantische videotheek. Dankzij de razendsnelle glasvezelverbinding (100 megabit per seconde, ongeveer 200 keer zo snel als standaard-adsl voor de consumentenmarkt) staat elke film in een handomdraai op de harde schijf. Soms staan er films op het netwerk, die in Nederland nog niet eens in de bioscoop draaien. ‘Maar daar moet je je niet te veel van voorstellen. Vaak zijn ze met een digitale camera in een Japanse bioscoop gefilmd. Dan zie je opeens mensen voor het beeld lopen’, zegt Harm-Jan van Donk, student civiele techniek.
In het studentenhuis is iets van de digitale toekomst zichtbaar. Traditionele elementen zijn er nog volop: overal hangt wasgoed, er staat een muur van Grolsch-kratten, in de huiskamer staat het afgetrapte bankstel van oma, en de koffie wordt geserveerd uit mokken met een niet meer te verwijderen bruinige aanslag.
Maar het leven op de campus heeft ook een virtuele component gekregen. De studenten leven deels op internet. Ze zijn altijd online en meestal hebben ze hun instant messenger aanstaan, het programma waarmee je kunt chatten met vrienden en bekenden. Als de koffie in de huiskamer klaar is, wordt er niet meer gebruld, maar een message rondgestuurd. Soms is het onrustig, zegt Wessel Wits, student werktuigbouwkunde. De traditionele verlokkingen van het studentenhuis – ‘Wits, nog een biertje?’ – worden aangevuld met het elektronische geklep op de pc. Als hij echt moet studeren gaat hij naar de bibliotheek. Daar staat een computer waarmee je niet kunt chatten.
Alle roosters, syllabi, dictaten en tentamencijfers zijn terug te vinden op de ‘digitale leeromgeving’ Teletop. Reuze handig, zegt Arjen Wassems, al maakt het systeem zijn ambities niet altijd waar. Zoals elk efficiënt systeem vraagt ook Teletop om veel discipline van alle betrokkenen. Sommige docenten zetten de sheets van het college niet online, anderen reageren heel laat op e-mail. ‘Vaak is het sneller om een docent na het college even aan te schieten’, zegt Harm-Jan van Donk.
In het studentenhuis wordt minder tv gekeken dan vroeger. De tv staat altijd aan, maar dan als bewegend behang. Soms wordt er echt gekeken, naar nieuws, voetbal of schaatsen, maar veel studenten zitten liever op internet. Ilco Jepkema, student bedrijfs-IT, gaat vaak naar de Amerikaanse site Slashdot (‘news for nerds, stuff that matters’) of naar een nieuwsgroep over Japanse tekenfilms. Wessel Wits zoekt naar informatie over basketbal, werkt aan zijn eigen homepage of downloadt de laatste film. Ilco Jepkema: ‘Internet is leuker omdat het minder passief is. Bovendien kun je het gebruiken wanneer je wilt. Bij tv bedenkt iemand anders voor je wanneer je moet kijken.’
De Twentse studenten zijn pioniers. Zij hebben glasvezel, waar de gemiddelde Nederlander nog knoeit met een simpel modem. Maar ambitieuze plannenmakers bij de overheid willen dat daar snel verandering in komt. De gemeenten Amsterdam en Rotterdam willen glasvezel voor alle inwoners. In Eindhoven en Helmond wordt een ‘Kenniswijk’ van 30 duizend woningen opgezet, als testgebied voor nieuwe glasvezeldiensten. Elf steden, waaronder Deventer, Heerenveen en Zoetermeer, hebben zich verenigd in ‘Stedenlink’, met thema’s als ‘Beter leren, beter leven, beter werken, beter wonen’. Via internet, en dan bij voorkeur glasvezel, worden gemeenschappen nieuw leven ingeblazen, ouderen en allochtonen eindelijk bereikt, onderwijs en zorg veel efficiënter ingericht, woonwijken beveiligd en burgers geraadpleegd over lokale beslissingen. Het klinkt
allemaal licht utopisch: dankzij internet komt de oplossing van taaie maatschappelijke problemen plots een stuk dichterbij. Gemeenschapszin zal weer floreren. In Cyburg, een project in het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg, wordt een e-mailboek opgezet: ‘De voetballers van het 15e van DVVA bespreken er hun opstelling, ouders van klas drie van de 8e Montessorischool organiseren er een uitje naar Artis’, hopen de initiatiefnemers. De dotcoms zijn gevallen, nu is de tijd rijp voor de govcoms, de internetbedrijven van de overheid.
Er zijn echter ook grote twijfels over glasvezel, vooral vanwege de enorme investeringen die ermee gemoeid zijn. Alleen al het ‘verglazen’ van Amsterdam zou 800 miljoen euro kosten. De overheid zal hierin flink moeten bijdragen, omdat zo’n project op korte termijn niet rendabel is.
‘Glasvezel is de toekomst. Daar ben ik ook van overtuigd’, zegt directeur Henk de Goede van Casema. ‘Maar waarom zou je met een big bang overal glas gaan aanleggen? Je kunt veel beter geleidelijk op glas overgaan. Hoe langer je wacht, hoe goedkoper alle apparatuur wordt’, zegt hij.
Bovendien is er voorlopig helemaal niet zoveel vraag naar snelle verbindingen. ‘Van onze abonnees op internet via de kabel kiest 80 procent voor de langzamere, maar goedkope variant. Natuurlijk wil iedereen best in een Porsche rijden. Maar als ze de kosten in ogenschouw nemen, kiezen de meeste mensen toch maar voor een Golf.’ Ook voor de meeste overheidsprojecten is helemaal niet zo’n snelle verbinding nodig. Voor het heen en weer sturen van mail of documenten is een adsl-verbinding meer dan voldoende. Glasvezel is pas essentieel voor video-toepassingen. ‘Je kunt met video op internet bijvoorbeeld een arts raadplegen’, zegt wethouder Saskia Bruines van Amsterdam.
Casema-directeur De Goede: ‘Dat lijkt me handig voor een land als Noorwegen. Maar in Nederland wonen we zo dicht op elkaar, dat video-conferencing nooit echt van de grond gekomen is. De meeste mensen zullen toch liever bij de dokter langsgaan als ze echt iets mankeren.’
De Goede erkent overigens dat zijn kritiek mede door eigenbelang is ingegeven. Voor kabelbedrijven als Casema en UPC dreigt een nachtmerrie-scenario. Eerst hebben ze het kabelnet van de overheid gekocht – in sommige plaatsen voor veel te veel geld. Daarna hebben ze miljarden geïnvesteerd, onder meer om hun netten geschikt te maken voor internet. En nu dreigt het gevaar dat de overheid een nieuw netwerk gaat aanleggen dat de kabel overbodig maakt. Maar ook onderzoeker Krijn Schuurman van het Utrechtse bureau Dialogic vraagt zich af of de overheid grote investeringen in een glasvezelnetwerk wel kan legitimeren, zeker als die ten koste gaan van kabel- of telecombedrijven. De dotcom-crisis heeft aangetoond dat gebruikers ongrijpbaar waren voor de commercie. Ze gebruikten internet gewoon om hun ‘eigen ding te doen’. Zullen de ‘govcoms’ de burger wel weten te
bereiken? Of zullen internet-freaks de overheid bedanken voor hun snelle verbinding en verdergaan met elektronisch kletsen en het uitwisselen van speelfilms?
In elk geval is het heilzame sociale effect van glasvezelnetwerken nog nooit overtuigend aangetoond, zegt onderzoeker Schuurman. Bij projecten in Canada en Zweden bleek dat gebruikers veel communiceerden, maar vooral met mensen die ze al kenden. Schuurman: ‘Dat is natuurlijk wel logisch. Waarom zou je opeens wel met je bovenbuurman praten omdat je glasvezel hebt?’
Glasvezel lijkt in elk geval één beroepsgroep meer werk te bezorgen: de hoeders van copyright. Vorig jaar haalde de Universiteit Twente zelfs CNN, omdat het supersnelle netwerk werd gebruikt voor de distributie van illegale software. Een oud-student die nog op de campus woonde, werd gearresteerd, een ander is voortvluchtig.
Dat was in Twente, met een netwerkje van tweeduizend studenten. Maar stel je Amsterdam voor: 400 duizend aansluitingen en een levendig crimineel circuit. De Stichting Brein kan alvast gaan warmdraaien.
Copyright: de Volkskrant
De online versie van de Volkskrant (betaalde toegang).
0 reacties