En daar was dan ineens een nieuw hoofdstuk in de strijd tussen Apple en de FBI: het ministerie van Justitie noemt Apple’s argumentatie – waarin het zegt de iPhone van de schutter in San Bernardino waarbij 14 mensen omkwamen niet te kunnen openen – ‘false’. Oftewel: ze zeggen dat ze de telefoon niet open kunnen maken, maar ze kunnen het best. En ik denk dat dat klopt. Want het is natuurlijk een principekwestie. Waarbij het overigens niet om het creëren van een achterdeurtje gaat, zoals ik her en de heb horen beweren. Het gaat erom of ze bereid zijn een telefoon te openen, die fysiek in het bezit is van de FBI. Natuurlijk, de software die daarvoor nodig is, zou in verkeerde handen kunnen vallen. Maar het gaat er vooral om dat er geen duidelijk criteria zijn die uitsluitsel geven over welke gevallen zo’n ‘inbraak’ rechtvaardigen.
Daarnaast ontstaat er nu een beeld van Apple als hoeder van de privacy, dat door anderen als hypocriet wordt betiteld.
Overigens kan je je afvragen wat het verschil is met een huiszoeking bij een verdachte; die mag ook niet zeggen “niet in dat ene kastje kijken, dat is privé”…
Ik sprak erover bij BNR, dat er ook een nieuwsartikel aan wijdde.